dinsdag 18 december 2007

Met slagroom spelen:


Ik heb een tijdje geleden een activiteit gedaan, dit was met slagroom spelen.

ik had de kinderen aan tafel gezet, en voor hun slagroom gespoten, zodat ze konden spelen met het slagroom en hun fijne motoriek leerden gebruiken.
ze vonden dit erg leuk, en tikten hard op de tafel zodat al het slagroom omhoog spetterde!
ook smulden ze van het slagroom.
dus uiteindelijk een geslaagde activiteit!

RS- Virus

bij ons op de groep is vorige week een kindje opgenomen met het RS-Virus. Hij is gelukkig zondag ontslagen uit het ziekenhuis.
ik wist eerst niet wat het inhield, ik heb het na gevraagd aan de leidsters en die hebben mij uitgelegt wat het nou precies inhield.
ik heb het nou opgezocht op het Internet en ik dacht bij mezelf misschien is het voor jullie ook wel handig om te weten wat het inhoud. zodat jullie weten wat de symptomen zijn van het RS-Virus

RS-virus


Het R(espiratoir) S(yncytiaal)-virus is verwant aan het griepvirus. Vooral baby’s en jonge kinderen kunnen er veel last van hebben. Het virus veroorzaakt een infectie in de luchtwegen, waardoor je kindje het benauwd krijgt. Bij erge benauwdheid kan het zijn dat je baby moet worden opgenomen in het ziekenhuis. Het duurt gemiddeld tien dagen voordat hij weer beter is.



Symptomen
Het RS-virus lijkt erg op een verkoudheid. Je baby heeft een verstopte neus en slijm in zijn longetjes. Hierdoor krijgt hij problemen met ademhalen. Hij kan piepgeluidjes gaan maken bij het ademen of hijgerig naar lucht happen. Verder kan je baby last hebben van hoestbuien, waarbij hij slijm opgeeft. Bij sommige kinderen zijn de hoestbuien zo heftig, dat ze ervan moeten braken.


In de ernstige gevallen heeft je baby daarnaast een grauwe kleur in zijn gezichtje en drinkt hij slecht. Dit laatste kan er samen met het braken voor zorgen dat je baby uitdroogt. In tegenstelling tot peuters en kleuters hebben jonge baby’s met het virus meestal geen koorts. Toch kan je kindje behoorlijk ziek worden van het virus.


Behandeling
Net als griep of verkoudheid kun je het RS-virus alleen maar bestrijden door je kindje goed te laten uitzieken. Het gaat in de meeste gevallen namelijk vanzelf weer over. Als je baby het erg benauwd heeft, zal de huisarts je waarschijnlijk neusdruppels en/of inhalatiemiddelen voorschrijven. Maar wanneer je baby bijna geen lucht meer krijgt, slecht drinkt en daardoor tekenen van uitdroging vertoont, moet hij worden opgenomen in het ziekenhuis.


Een kindje met een ernstig vorm van het virus moet gemiddeld een week in het ziekenhuis blijven. Om ervoor te zorgen dat je kindje weer beter kan ademhalen, krijgt hij medicijnen, die vaak in de vorm van een spray worden toegediend. Deze spray zorgt ervoor dat zijn luchtwegen weer opengaan, doordat de slijmvliezen slinken en het slijm oplost. Dit sprayen wordt vernevelen genoemd.


Soms is vernevelen alleen niet genoeg. Dan kan het zijn dat je baby enige tijd extra zuurstof nodig heeft. In de ergste gevallen moet je kindje worden beademend, maar dat komt gelukkig maar heel weinig voor. Baby’s die door het virus slechter zijn gaan drinken, krijgen meestal een sonde om ervoor te zorgen dat ze toch genoeg voedingsstoffen binnenkrijgen.


Gevolgen
Het kan zijn dat je baby nog wat restgevolgen overhoudt aan een besmetting met het RS-virus. Kindjes die een ernstige vorm van het virus hebben gehad, zijn vaak sneller verkouden of snotterig dan anderen. Tijdens deze verkoudheden komt het piepen of rochelen bij het ademen soms weer een beetje terug. Als je kindje het daarbij ook weer benauwd krijgt, kan het zijn dat het virus terug is en kun je het beste contact opnemen met je huisarts.


Het feit dat je kindje na het RS-virus nog wat kortademig is, betekent overigens niet dat hij astma heeft. Deze kortademigheid is alleen een gevolg van het virus. Meestal verdwijnen deze verschijnselen vanzelf, wanneer je kindje wat ouder en sterker wordt. Sommige ouders zien hun kindje dan ook uitgroeien van een kwakkelend en mager babytje tot een gezonde en sterke peuter. Het komt in de meeste gevallen uiteindelijk dus allemaal goed.


Preventie
Het is heel moeilijk om te voorkomen dat je kindje het RS-virus krijgt. De ziekte is namelijk erg besmettelijk. Het wordt verspreid door de lucht en via aanraking. Je kindje krijgt het al als hij de uitgehoeste lucht inademt van iemand anders met het virus, of als hij door zo iemand wordt geknuffeld of gezoend. En vaak weet je niet dat die ander het virus heeft, omdat oudere kinderen en volwassenen er niet echt ziek van worden. Bij hen openbaart het virus zich alleen als een verkoudheid.


Je kindje kan niet tegen het virus worden ingeënt. De medische wetenschap is druk bezig met het ontwikkelen van een algemeen vaccin tegen de ziekte, maar het duurt waarschijnlijk nog even voordat het er echt is. Als je kindje de ziekte eenmaal heeft gehad, is het niet zo dat hij er voortaan immuun voor is. Het kan dus zijn dat de ziekte terugkomt. Hoe ouder en sterker je kindje is, hoe beter zijn lichaam het virus kan bestrijden; een tweede ziekenhuisopname komt dan ook niet zo vaak voor.


Er bestaat wel een vaccin dat uitsluitend bedoeld is voor kinderen die behoren tot de risicogroep. Die kleintjes kunnen maandelijks, van oktober tot en met april, een injectie krijgen. Maar ook dan kan nog niet met 100 % zekerheid worden gegarandeerd dat je baby de ziekte niet krijgt.

De prijs hiervan is afhankelijk van geval tot geval. Gemiddeld kost Synagis € 4500 per kuur. Omdat het hier gaat om een groep kinderen die zeer kwetsbaar is door vroeggeboorte, chronisch longlijden of aangeboren hartafwijkingen heeft het Ministerie van VWS bepaald dat Synagis wordt vergoed in de volgende gevallen:

Kinderen die zijn geboren na een zwangerschapsduur van 32 weken of minder en die bij de start van het seizoen jonger zijn dan een half jaar;
Kinderen jonger dan twee jaar die zijn behandeld voor bronchopulmonale dysplasie;
Kinderen jonger dan twee jaar die een aangeboren hartafwijking hebben die hemodynamisch significant is.
Vanwege het feit dat ouders van kinderen die in aanmerking komen voor Synagis vaak al een zeer moeilijke ziekenhuis(couveuse)periode achter de rug hebben, verleent de fabrikant de service om Synagis door een verpleegkundige (op verzoek van de kinderarts) thuis toe te dienen. Dit gebeurt in ca. 95 % van de gevallen. Deze service heet SynaCare.


Risicogroep
Vooral kleine kinderen zijn erg vatbaar voor het virus. Dat komt omdat de longen van baby’s nog niet helemaal volgroeid zijn, waardoor de luchtwegen van een klein kindje erg gevoelig zijn voor infecties. Omdat de luchtwegen van een baby nog erg smal en klein zijn, krijgt hij het bovendien al snel benauwd als zijn slijmvliezen opzetten en er slijm in zijn longblaasjes komt. Vaak hebben kleine kinderen ook nog niet voldoende kracht om het slijm op te hoesten.


Baby’s die te vroeg geboren zijn en kindjes met een hart- of een longaandoening hebben een nog grotere kans om de ziekte te krijgen. Bij deze kindjes is het dus zaak om extra voorzichtig te zijn. Volwassenen en oudere kinderen worden niet echt ziek van het virus - zij krijgen hooguit een stevige verkoudheid - maar vaak zijn zij wel degenen die de ziekte verspreiden en kleine kinderen besmetten. Het is dus verstandig om ouderen kinderen en volwassenen met een verkoudheid bij je baby uit de buurt te houden.


Seizoen
Het RS-virus is heel erg seizoensgebonden. Het komt vooral voor in de wintermaanden, van oktober tot en met maart. Als de "R" weer in de maand zit, is het dus oppassen geblazen. Elke jaar moeten in die periode ongeveer duizend tot tweeduizend kinderen met het virus in het ziekenhuis worden opgenomen.

donderdag 6 december 2007

mijn ervaringen:

Hallo allemaal,
Ik heb hier al een hele tijd niks meer opgezet, dus vandaar dat ik er nu maar is even voor ga zitten.
Het gaat allemaal goed op stage, ik heb veel ervaringen opgedaan,
Zoals bij een intakegesprek gezeten, ik weet nu hoe zo'n gesprek ongeveer gaat, ik vond het wel interessant om mee te maken.
Ook heb ik een ontruimingsoefening meegemaakt, ik ben daar appart voor op stage gekomen. Ik wou graag zien hoe dat allemaal in zijn werk ging, ik vond dit erg interessant en ik vond het leuk dat ik zelf ook mee mocht helpen met de uitvoering van die oefening.

Ook heb ik nu een paar keer over alleen met inval gewerkt, ik vond dit in het begin wel lastig omdat ik me best verantwoordelijk voelde.
Maar ik kwam er op die manier wel achter dat ik het eigenlijk allemaal wel wist en
ik heb hier door wel veel meer zelfvertrouwen gekregen.

Nou ik stop nu maar met het verhaal, want ik moet zo richting stage

mijn ervaringen: